Wanneer versturen we de laatste brief?
Een kaart kopen voor €3,50, een postzegel (alleen in velletjes van minstens vijf stuks), een paar houterige zinnen tussen de lijntjes krabbelen en dan in de kou op zoek naar een brievenbus. Terwijl je in vijftien seconden een foto maakt en die bijna gratis de hele wereld over kunt sturen. Probeer dan de logica van post maar eens uit te leggen aan een kind van acht.
Penvriendinnen
Wie geboren is in de jaren tachtig of eerder herinnert het zich vast nog. De ansichtkaarten van opa en oma met een zonnetje erop en de temperatuur erbij. Luchtpost uit Amerika in flinterdunne enveloppen met langwerpige blauwe sticker: Air Mail. Brieven van penvriendinnen met poezenstickers erop. Maar wie van de jaren negentig of later stamt zal het weinig zeggen. Laat staan de kinderen die nu worden geboren: hoeveel post gaan zij nog versturen in hun leven? Waarom zou je ook, in tijden van WhatsApp, Facebook en e-mail?
Duur en omslachtig
De postmarkt bevindt zich al jaren in een neerwaartse spiraal. Sinds 2010 is het volume met ruim een derde gekrompen. Niet alleen consumenten versturen minder post, dat geldt ook voor overheden, bedrijven en instellingen, en zij vormen een veel groter deel van de markt. Verdere krimp is onvermijdelijk: het Duitse adviesbureau WIK-Consult voorziet tot 2020 een krimp van 30 tot 35%, vijf jaar later is het naar verwachting zelfs 45 tot 55%.
De implosie van de postmarkt dwingt PostNL al jaren tot kostenbesparingen en prijsverhogingen om de verspreiding van steeds minder post betaalbaar te houden. In 2010 kostte een postzegel nog €0,44, met ingang van 2019 is dat €0,87, zo maakte PostNL vorige week bekend.
Ondertussen wordt post versturen steeds omslachtiger. Zelfstandige postkantoren zijn er niet meer – deze week sluit het allerlaatste zelfstandige postkantoor in Den Haag. Twee jaar geleden had PostNL er nog 19.000 in het hele land staan, dat worden er 11.000. Vroeger struikelde je over de brievenbussen, nu moet je een omweg maken om er een te vinden.
Brieven op kleitabletten
De behoefte om elkaar berichten te sturen is duizenden jaren oud. In Mesopotamië verzond men vierduizend jaar geleden al brieven op kleitabletten. De oude Egyptenaren verzonden papyrusrollen. In Nederland kwam brieven versturen op in de vijftiende eeuw. Aanvankelijk was het een luxeproduct, louter voor speciale gelegenheden. Papier was duur, net als het vervoer met de postkoets en de trekschuit. Met de industrialisatie groeide ook de postinfrastructuur. Luchtpost deed zijn intrede. Het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie onderhield een netwerk van posttreinen die ’s nachts kriskras door het land reden.
Op het hoogtepunt, in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, werden brievenbussen in de grote steden vier tot vijf keer per dag geleegd, vertelt Ruben Verwaal, conservator posthistorie bij het Museum van Communicatie in Den Haag. ‘Als je in Den Haag ’s ochtends voor 7 uur een brief op de bus had gedaan, kwam die voor de lunch in Amsterdam aan. Wie snel was kon dan voor één uur ’s middags nog een antwoord op de post doen.’ De groei ging door tot na de Tweede Wereldoorlog, om in de jaren zestig af te vlakken. De telefoon was de eerste grote concurrent voor de post. Telegram, telex en fax versnelden de teruggang, helemaal bergafwaarts ging het met de komst van e-mail, sms en app.
Geboortekaartjes en rouwpost
Toch geloven postmarktdeskundigen dat er behoefte blijft aan een postnetwerk in Nederland. ‘De komende vijftig jaar zal de post niet verdwijnen’, zegt Alex Dieke, consultant bij WIK-Consult, dat EZ adviseerde over de toekomst van de Nederlandse postmarkt. Weinig verrassend: ook marktleider PostNL klampt zich vast aan een optimistisch toekomstbeeld. ‘Wij geloven heel sterk dat de laatste brief niet bestaat’, zegt Stephan van den Eijnden, commercieel directeur mail Nederland. Juist nu consumenten minder brieven sturen, is de post die ze nog wel sturen speciaal, is de gedachte. Bijzondere aangelegenheden als geboorte, huwelijk en overlijden zijn uitgelezen momenten voor een mooie kaart of brief.
PostNL probeert hierop in te spelen door post versturen makkelijker te maken. Zo kunnen consumenten sinds kort online de negencijferige postzegelcode kopen waarmee ze hun brief kunnen frankeren en een postzegel niet meer nodig is. De app van PostNL krijgt binnenkort een kaartenapplicatie, om in één keer kaarten te frankeren, verzenden en betalen. ‘De attentie voor iets wat op de mat valt is gewoon groter’, zegt Van den Eijnden.
Post in digitale gedaante
Maar zelfs al verdwijnt de papieren post, de brief blijft voortleven in digitale gedaante, zegt conservator Ruben Verwaal van het Museum van Communicatie, die tussen de 60.000 en 100.000 historische brieven en poststukken in zijn collectie heeft. Al is het maar omdat ons nieuwe favoriete communicatiemiddel, e-mail, zijn iconografie volledig ontleent aan de post.
Dat moeten ze jeugdige bezoekers van het museum wel uitleggen. ‘De jonge generatie heeft niet eens door dat het driehoekje van de e-mail herinnert aan een envelop en weet niet waarom een bijlage het icoontje heeft van een paperclip’, vertelt Verwaal. ‘We hadden laatst een actie waarbij mensen in het museum een brief konden schrijven, opvouwen, in een ouderwetse brievenbus doen en naar huis sturen. Dat vonden de kinderen machtig interessant.’ De verwachting is wel dat het bezorgnetwerk van karakter zal veranderen. Was het vroeger de postbode die af en toe een pakketje meenam, in de toekomst is het de pakketbezorger die af en toe een brief bij u aflevert.
Benieuwd naar de postcollectie van COMM en het topstuk ‘De kist van de Brienne’?